Contact|

De Rougon-Macquart

Het proces van vertalen in een digitale wereld



De Rougon-Macquart van Émile Zola

Een paar jaar later kreeg ik de mogelijkheid om opnieuw te vertalen, maar deze keer romans van enige omvang, twintig in getal. Ik bedacht dat ik een systeem moest bedenken hoe ik dit naast mijn werk kon doen.

Van minimaal digitaal naar met het boek in de hand

Ik wilde toch graag het digitale behouden en koos ervoor mijn Nederlandse tekst te typen voorafgaand aan de Franse tekst en dan steeds te wissen wat ik al vertaald had. Waarschijnlijk zal de lezer dit omslachtig vinden, maar ik wilde in deze digitale wereld gebruikmaken van de digitale mogelijkheden. Ook door woorden die ik niet snel kon vinden met reverso Frans-Nederlands op te zoeken, een advies dat mij gegeven was. Opnieuw werkte dit niet. Het vloeide niet. Al snel gebruikte ik de woordenboeken die ik voor mijn studie had aangeschaft, want dat werkte beter; meer uitleg, meer verwijzing en nooit fout. Bovendien had ik het enorme voordeel in deze twee talen te zijn opgevoed; voor mij leed het geen twijfel dat een sucre d’orge een zuurstok was en dat er niet gerstesuiker bedoeld werd; dat een voile op een hoed naar omhoog kon worden geslagen en een viooltje niet. Als leesmonster had ik zowel het oeuvre van Couperus gelezen als dat van Balzac bijvoorbeeld, waardoor de negentiende eeuw qua vocabulaire gestaag in mij naar boven kwam, waardoor de sfeer, zonder ouderwetse of stijve taal op te leveren, hopelijk wel de sfeer van die tijd uitstraalt.

In het begin keek ik zo nu en dan naar de oude Nederlandse publicaties van het boek. Toen ik op zoek was naar Nederlandse versies was ik door antiquairs gewaarschuwd over de lage kwaliteit van de vertalingen van Zola uit de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, nieuwere waren er nauwelijks. Die vertalingen schenen heel slecht te zijn. Ondanks die waarschuwing was ik niet voorbereid op de realiteit. Hele pagina’s waren overgeslagen, zinnen en alinea’s overgeslagen, woorden verkeerd vertaald, bedoelingen niet begrepen. Nadat ik in deel II opnieuw weer eens wat opzocht, omdat negentiende-eeuwse voorwerpen niet altijd in woordenboeken staan, en merkte dat een hôtel was vertaald als hotel, terwijl het een herenhuis was en wel de woning van de hoofdpersoon, ben ik ook daarmee gestopt. Het had ook geen zin, want de zin waar dat negentiende-eeuwse woord in stond, was gewoon gewist …

Ik heb de serie in het Nederlands ook niet compleet, en ga wat ik heb, denk ik vernietigen, want het is een blamage voor zo een groot schrijver. Ach, het zijn soms lange taferelen die bijna geschilderd zijn, waarschijnlijk ook onder invloed van zijn jeugdvriend Paul Cézanne, en de verschillende groenten en kazen worden tot in perfectie allemaal benoemd, maar overslaan betekent dat je wat de schrijver beoogde, weggooit. Zola wilde niet een verhaaltje vertellen, hij wilde dat je als lezer écht wist waar het over ging en je er helemaal in kon verplaatsen.

Maar bovenal, ik vervloeide niet voldoende met de schrijver. Ik was niet écht aan het vertalen, ik was meer aan het werk. Ik wil niet zeggen dat ik een goede, laat staan perfecte vertaler ben, maar ik heb alles vertaald, alles.

 

Uiteindelijk eindigde het proces van vertalen al in het eerste boek met mijn eigen, handzame Livre de Poche van Zola in mijn linkerhand en het typen van het Nederlands op mijn laptop met mijn rechterhand. Daarnaast één fysiek woordenboek, Frans-Nederlands, en de andere woordenboeken tot en met Van Dale bij de hand. Ik kon mijn uitgever zeggen dat ik geen Franse Word-versies meer hoefde, dat scheelde hem weer werk. De Nederlandse versies hoefde ik ook niet. Wel kon ik naar hartenlust op internet naar negentiende-eeuwse voorwerpen zoeken en zo op zoek gaan naar de vertaling. Dan was het digitale weer een uitkomst, want internet geeft als het even kan afbeeldingen, en dan kon je een dogcar als rijtuig zien. Nee, dat was niet een rijtuig door honden voortgetrokken, maar een open rijtuig voor jachtlustigen met een bak achterin voor de jachthonden.

Het klinkt misschien vreemd, maar ik typ bijna uitsluitend met één vinger. En … wat bleek; in dit tempo ging het veel vloeiender, sneller, maar tegelijk was het typtempo met één vinger laag genoeg om het aantal typfouten drastisch naar beneden te halen, bijna nul; heerlijk!

Het opzoeken van woorden als verstoring van het vertaalproces loste ik op door iedere keer als ik een woord niet wist, daar ?? te typen; zo kon ik in mijn hoofd door blijven vertalen. Het ging namelijk zelden over het ‘niet weten’ van een woord; ik begreep het wel, maar ik kon het juiste, mooiste woord niet altijd meteen vinden. Dat was ik al gewend in mijn wetenschappelijke boeken; waar een referentie ingevuld moest worden, zette ik in de tekst (??) zodat ik door kon schrijven en de referenties (naam en jaartal) er later intypen.

Vertalen als begrijpen

Het is fascinerend en buitengewoon interessant om (literair) te vertalen. Dat had ik niet verwacht. De synergie tussen schrijver en vertaler is iets unieks, en zal altijd omfloerst blijven met de hoop, niet de zekerheid, dat de vertaler de schrijver begrepen heeft en de bedoeling goed heeft overgebracht. Maar ik weet nu dat ik nooit een roman zo diepgaand zal begrijpen dan wanneer ik die vertaal.

Ik zal niet stoppen met het schrijven van wetenschappelijke boeken; ik zal niet ophouden met het lezen van romans, maar het lezen en begrijpen door vertalen is een kostbare aanvulling geworden.

Martine France Delfos