Contact|

De Rougon-Macquart

Buit maken

De Rougon-Macquart Deel 2

ISBN: 9789085600824
272 pagina's
Meer info & Bestellen

Uit het voorwoord van Emile Zola

Ik wil uitleggen hoe een gezin, een klein groepje wezens, zich gedraagt in een samenleving, wanneer het uitbreidt en tien, twintig individuen op de wereld zet, die op het eerste gezicht totaal verschillend lijken, maar waar een analyse aantoont dat ze nauw met elkaar in verband staan. Erfelijkheid kent zijn wetten, net zoals de zwaartekracht.

De Rougon-Macquart, de groep, het gezin dat ik me voorgenomen heb te bestuderen, heeft als kenmerk de uitbarsting van begeerten en de brede opstand van onze tijd die zich stort op het genieten. Fysiologisch gezien zijn zij de trage opeenvolging van complicaties van het zenuwstelsel en het bloed, die zich in een ras voordoet, na een eerste organisch letsel, en die, naargelang de omgeving, bij elk individu van dit ras, de gevoelens, de verlangens en de hartstochten bepalen. Dat wil zeggen alle menselijke manifestaties, natuurlijk en instinctief, waarvan de voortbrengsels de gebruikelijke typering van deugden en ondeugden krijgen. Historisch gezien komen ze voort uit het volk, stralen ze uit in de hele hedendaagse maatschappij en klimmen ze op naar alle situaties, door deze in wezen moderne impuls die de lage klassen bevangt in hun opmars door het sociale organisme heen. Zij vertellen aldus het verhaal van het Keizerrijk van Napoleon, de Second Empire, van de hinderlaag van de staatsgreep tot aan het verraad van Sedan, door middel van hun individuele drama's.

Dit werk, dat meerdere afleveringen zal vormen, wordt daarom, in mijn gedachten, de natuurlijke en sociale geschiedenis van een gezin onder het Keizerrijk van Napoleon, de Second Empire. En de eerste aflevering: Het fortuin van de Rougons, moet als wetenschappelijke titel dragen: De Oorsprong.

Emile Zola

Uit het nawoord van Martine France Delfos

In het tweede deel van Zola’s Rougon-Macquart cyclus, Buit maken, ligt er onder het menselijke verhaal een Griekse mythe, die van Phaedra. Zij is de vrouw van Theseus en gaat met hem mee terug naar Athene. Daar ontmoet ze de zoon van Theseus, Hippolyte en wordt op slag verliefd op hem, als stiefmoeder op stiefzoon. Als Hippolyte haar liefde niet wil ontvangen, hangt zij zich op.

Dit thema is in de loop der tijd vaak vormgegeven. De belangrijke zeventiendeeeuwse toneelschrijver Racine heeft een versie geschreven die heden ten dage nog opgevoerd wordt. In zijn tijd was Racine verplicht in alexandrijnen te schrijven, 6 lettergrepen per regel met in het midden een cesuur, een knikpunt, dus drie bij elkaar horende lettergrepen en dan vaak een komma en de volgende drie lettergrepen. Een ijzeren harnas voor een creatief schrijver. Toch wist het genie van Racine de verwarring en de emotionele overval van Phaedra, wanneer ze Hippolyte ontmoet, in twee regels alexandrijnen met ieder een cesuur in het midden te vatten, in twaalf lettergrepen. Hij schreef dit subliem als een muzikale frase wanneer Phaedra Hippolyte voor het eerst ziet: Je le vis, je rougis, je palis à sa vue: Ik zag hem, bloosde en verbleekte toen ik hem zag.

In dit deel II van de cyclus Rougon-Macquart is Aristide Rougon, zoon van Pierre Rougon uit deel I, een belangrijke hoofdpersoon. Hij huwt Renée en laat zijn zoon Maxime naar Parijs overkomen op het moment dat hij rijkdom heeft gemaakt. Deze zoon, een jonge adolescent, is een jongen die als meisje geboren had moeten worden, zoals een van de vriendinnen van zijn stiefmoeder Renée zegt. Tussen deze twee, Renée en Maxime, ontspint zich een liefdesaffaire, analoog aan Phaedra en Hippolyte.

Lees hier het nawoord inclusief meer informatie dit deel.